Als werkgever kan je te maken krijgen met een situatie waarin een medewerker langdurig ziek is en niet meer in staat is om terug te keren naar zijn of haar oude functie. In zo’n geval kan een haalbaarheidsonderzoek binnen een 2e spoor traject van onschatbare waarde zijn. Maar wat houdt een haalbaarheidsonderzoek precies in en waarom is het belangrijk binnen een 2e spoor traject? In deze blog zullen we dieper ingaan op het concept van een haalbaarheidsonderzoek, het doel ervan en wanneer het wordt gestart.
Waarom een haalbaarheidsonderzoek?
Een haalbaarheidsonderzoek is een onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen een 2e spoor traject om de mogelijkheden van re-integratie bij een andere werkgever te beoordelen. Het is van groot belang om dit onderzoek uit te voeren omdat het helpt om de kansen op succesvolle re-integratie van de medewerker te vergroten.
Door middel van een haalbaarheidsonderzoek kan worden vastgesteld of re-integratie via een re-integratiebureau bij een andere werkgever haalbaar is,. Het geeft inzicht in de capaciteiten, vaardigheden en mogelijkheden van de medewerker en vergelijkt deze met de eisen en kansen op de arbeidsmarkt. Op basis van dit onderzoek kan een realistisch re-integratieplan worden opgesteld, gericht op duurzame arbeidsparticipatie van de medewerker.
Wanneer wordt er een haalbaarheidsonderzoek gestart?
Een haalbaarheidsonderzoek wordt gestart nadat er een arbeidsdeskundig onderzoek heeft plaatsgevonden. Het arbeidsdeskundig onderzoek geeft inzicht in de arbeidsmogelijkheden en -beperkingen van de medewerker. Op basis van dit onderzoek kan worden bepaald of re-integratie in het 2e spoor nodig is. Ook wordt er binnen het arbeidsdeskundig onderzoek gekeken of re-integratie binnen het 1e spoor mogelijk is.
Wanneer blijkt dat re-integratie in het 2e spoor noodzakelijk is, wordt er een haalbaarheidsonderzoek gestart. Dit onderzoek heeft tot doel te bepalen of er binnen de mogelijkheden van de medewerker passend werk bij een andere werkgever kan worden gevonden. Hierbij wordt rekening gehouden met de fysieke, mentale en functionele capaciteiten van de medewerker, evenals de eisen en mogelijkheden op de arbeidsmarkt.